Sinds 2019 bouwt Nederland aan een wereldwijd netwerk van cyberdiplomaten. Vanuit Singapore zet Jan-Hein Chrisstoffels zich in voor een veelzijdige internationale samenwerking op het gebied van cybersecurity in de ASEAN-Pacific regio. ‘’Cybersecurity is een teamsport. Omdat internet geen grenzen kent, is internationale samenwerking essentieel. Dankzij de geopolitieke ontwikkelingen merk ik dat cyber in steeds meer vraagstukken een belangrijk aspect wordt.’’

Jan-Hein
Jan-Hein Christoffels werkt sinds 2019 als cyberdiplomaat. Zijn werkgeschiedenis in de journalistiek en op verschillende ministeries en ambassades, met focus op technologie en innovatie, heeft volgens Christoffels toegevoegde waarde in zijn huidige werk.

Op dit moment is de eerste generatie cyberdiplomaten bezig om hun eigen functie vorm te geven, zo ook Christoffels: ‘’Een cyberdiplomaat is een normale diplomaat, alleen met de focus op één dossier. Omdat het een relatief nieuwe functie is, is iedere cybrediplomaat bezig met een ontdekkingstocht: op welke manier geef ik vanuit deze standplaats de juiste invulling aan mijn rol als diplomaat? Zo focus ik me vanuit Singapore op onze relaties met landen in deze regio op het gebied van cyber en digitalisering, terwijl een collega in Brussel zich meer zal richten op politieke en wetgevende cyberontwikkelingen in EU of NAVO verband.’’

Dat Christoffels vanuit Singapore zijn netwerk in de regio uitbreidt is geen toeval. ‘’Singapore is een like-minded land op het gebied van cyber. Net als Nederland kent de stadsstaat ook een hoge mate van digitalisering, heeft het een vergelijkbare open economie en is het een belangrijk digitaal knooppunt voor de hele regio.’’ Andere steden waar Nederlandse cyberdiplomaten werken zijn onder andere Brussel, Beijing, Genève en Washington.

Ondanks een moeizame periode door de covid-pandemie heeft Christoffels zich de afgelopen jaren op drie taken toegelegd. Naast het genoemde uitbouwen van het netwerk in de regio en het informeren en rapporteren over de laatste ontwikkelingen op cybergebied, zijn met verschillende landen bilaterale gesprekken gevoerd en werkt Nederland met Singapore en Australie aan cybercapaciteitsopbouw in Zuidoost-Azië.

Hotline met Den Haag

Er is veel contact tussen Den Haag en Singapore. Niet alleen met collega’s bij Buitenlandse Zaken heeft Christoffels regelmatig overleg, ook met andere ministeries is er geregeld contact. Christoffels merkt dat cyber een onderwerp is dat overal terugkomt en dat vrijwel ieder ministerie zijn rol heeft te spelen op dit onderwerp. Aan hem de taak om deze belangen samen te brengen. ‘’Cyber is een teamsport waarbij het om een goede balans van kansen en bedreigingen gaat binnen het cyberdomein. Het is fijn om vanuit een post als cyberdiplomaat bij te kunnen dragen aan de internationale samenwerking van en tussen deze departementen.’’

’Cyber is een teamsport waarbij het gaat om een goede balans van kansen en bedreigingen’

Ook met het NCSC is hij bezig met het uitbouwen van het cybersecuritynetwerk in Zuidoost-Azië. Het uitwisselen van kennis en ervaringen is een belangrijk doel van dit netwerk. Om die reden zijn er al meerdere hoogambtelijke, bilaterale werkgroepen rondom cyber opgericht, niet alleen met Singapore maar ook met Indonesië en Zuid-Korea. In de Bilaterale Digitalisering Werkgroep met Singapore, waar de departementen en ook het NCSC bij betrokken zijn, zijn naast cybersecurity ook artificial intelligence, blockchain en de digitale overheid onderwerp van gesprek. “NCSC onderhoudt een goede relatie met zijn Singaporese tegenhanger CSA en heeft de ambitie om meer te doen met Singapore en deze regio. Het heeft daarvoor tijdens de pandemie zaadjes gepland en ik verwacht dat we daar de komende jaren de vruchten van zullen plukken.’’

Cyber steeds hoger op politieke agenda

De wereld van cybersecurity verandert snel, daarmee verandert ook de rol van de cyberdiplomaten. Dit merkt ook Chrisstoffels: ‘’Drie jaar geleden is mijn functie opgericht als reactie op de toenemende cyberdreiging en de noodzaak om met meer landen samen op te trekken. Het is ongelofelijk hoe snel het dossier sindsdien is veranderd. In deze regio heeft de clash tussen de Verenigde Staten en China veel invloed. Ook Covid-19 bleek een katalisator voor digitale kansen en dreigingen. Van losstaand dossier is cybersecurity ook steeds verder verweven geraakt met uitdagingen zoals economische veiligheid en andere statelijke dreigingen.’’

'Niemand is gediend bij een digitale wereld waar het recht van de sterkste geldt’

Dit maakt de vraag met wie je nationaal en internationaal samenwerkt steeds relevanter. Welke personen, welke organisaties en welke landen denken op dezelfde manier over cybersecurity en met wie kun je dus op een verantwoorde manier welke relatie aan gaan. “Dit geldt voor overheden, maar ook voor bedrijfsleven. Het gaat daarbij vaak ook om hele concrete, praktische vragen: waar staat een datacentrum met belangrijke informatie en hoe ziet de lokale wetgeving er daar uit, of uit welk land komt bepaalde software? Bepaalde keuzes brengen bepaalde risico’s met zich mee.’’

De regio ontwikkelt

Niet alleen Singapore, maar steeds meer landen in de regio ontwikkelen zich snel en zijn daarom ook interessant als potentiële partners. Dit geldt niet alleen voor de cyberwereld, ook economische belangen spelen een rol. Digitalisering is voor Zuidoost-Azië een van de belangrijkste groeimotoren en daarmee een economische kans voor Nederland, volgens Chrisstoffels. De EU is met Singapore onlangs gestart met gesprekken over een verdrag voor de digitale economie.

Ook geopolitiek is de regio van belang: ‘’Het is voor niemand een geheim dat het enorm belangrijk is hoe de relatie tussen de VS en China zich ontwikkelt, dat geldt ook op het cyberdossier. Blijft het rustig of koersen we af op een tweedeling?’’ Chrisstoffels kijkt met belangstelling naar de opstelling van de landen in Zuidoost-Azië ten opzichte van dit vraagstuk. De meeste landen in de regio onderhouden goede banden met zowel de VS als China. “Op gebied van cyber hebben het Westen, en landen als China en Rusland, uiteenlopende visies. China en Rusland willen statelijke controle over het internet, waar de VS, Europese landen, Japan en Zuid-Korea een open structuur voorstaan. De discussies worden steeds concreter en als grootmachten hun standpunten verharden, worden landen gedwongen om een kant te kiezen.” Dat zorgt voor veel gezucht en gesteun in de regio. Nederland en Singapore trekken samen op en proberen om landen te overtuigen van het belang van een open internet. “Landen dienen zich te houden aan de VN-normen van geaccepteerd gedrag in het cyberdomein. Ondanks veel overeenkomsten, zijn er natuurlijk verschillen. Zo hanteert de EU bijvoorbeeld een strakkere lijn op bescherming van privacy dan een land als Singapore. Maar de ambitie om samen te werken aan een open internet blijft. Onze boodschap is eigenlijk vrij simpel: niemand is gediend bij een digitale wereld waar het recht van de sterkste geldt.’’

Meer lezen over het werk van Jan-Hein Christoffels tijdens Corona?

Meer over het werk van Jan-Hein vind je hier.